Bouwbedrijf
PC 124.00 – Verbod tewerkstelling inhaalrustdagen
In PC 124.00 zijn er op jaarbasis 12
vastgelegde inhaalrustdagen. Tijdens deze rustdagen geldt er een principieel
verbod van tewerkstelling, behoudens enkele uitzonderingen. Ingeval per
uitzondering een tewerkstelling tijdens de rustdagen plaatsvindt, is een
melding aan de inspectiediensten verplicht. Deze melding dient voorafgaandelijk
te gebeuren en indien dit niet mogelijk is uiterlijk 24 uren na het begin van
de werkzaamheden. Vastgestelde inbreuken op dit verbod worden gesanctioneerd.
Slechts in 3 uitzonderlijke situaties mogen
werknemers tijdens deze vastgelegde rustdagen werken, m.n. in de gevallen
waarop zondagsarbeid is toegestaan, voor werknemers die belast zijn met de
klantendienst bij handelaars in bouwmaterialen en ingeval de onderneming een periode
van intense activiteit kent (bv. installateurs van centrale verwarming). De
eerste twee uitzonderingen gelden voor alle rustdagen, de derde geldt enkel
voor de laatste 6 rustdagen die toegekend zijn bij cao. Het feit dat een werk
niet tijdig klaar geraakt wordt bijvoorbeeld niet als geldige reden beschouwd.
Ingeval van tewerkstelling tijdens de
inhaalrustdagen hebben de werknemers recht op inhaalrust. Dit moet opgenomen
worden uiterlijk binnen 6 weken ingeval van de eerste 2 uitzonderingen waarop tewerkstelling
tijdens inhaalrustdagen is toegestaan en uiterlijk binnen 7 maanden ingeval van
de derde uitzondering. De inhaalrust moet bovendien worden opgenomen alvorens
een arbeider tijdelijk werkloos gesteld kan worden.