Werknemers die ziek worden tijdens hun vakantie hebben vanaf vakantiejaar 2024 het recht om hun wettelijke vakantie later nog op te nemen. Dit geldt ook wanneer de vakantie samen valt met volgende schorsingen: arbeidsongeval, beroepsziekte, moederschapsrust/geboorteverlof, profylactisch verlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en pleegouderverlof. Als op het einde van het vakantiejaar blijkt dat een werknemer hierdoor onmogelijk zijn vakantie kon opnemen, worden de openstaande vakantiedagen verplicht overgedragen en kan de werknemer deze nog opnemen gedurende de volgende 2 kalenderjaren.

Ingeval van arbeidsongeschiktheid zal de werknemer verplicht een specifiek doktersattest moeten afleveren. Hiervoor wordt vanuit de overheid nog een modeldocument voorzien. De andere bestaande verplichtingen bij ziekte die door de werkgever opgelegd worden (verwittigen, verblijfplaats vermelden als dit afwijkt van het gekende adres, …), blijven verder bestaan. 

Vakantiedagen die hierdoor niet kunnen opgenomen worden, moeten voortaan overgedragen worden zodat de werknemer gedurende 2 kalenderjaren deze alsnog kan opnemen. Dit geldt enkel voor deze vakantiedagen. De basisregel die stelt dat vakantie moet opgenomen worden binnen het betrokken vakantiejaar, blijft voor alle andere vakantiedagen bestaan. 

Het vakantiegeld voor de verplicht overgedragen vakantiedagen zal de werkgever voor de bedienden moeten uitbetalen uiterlijk 31.12 van het betrokken vakantiejaar. Wanneer de vakantiedagen dan worden opgenomen, zullen dit in principe onbetaalde dagen zijn. 

In de huidige wetgeving zitten nog heel wat onduidelijkheden. Bijkomende richtlijnen moeten nog verder uitgewerkt worden. Verdere informatie volgt wanneer meer details gekend zijn.