De terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets enkel voor het woon- werkverkeer is een vrijgesteld sociaal voordeel. Ook een elektrische bedrijfsfiets die enkel voor het woon- werkverkeer wordt gebruikt, is vrijgesteld van BV en RSZ. Indien de (elektrische) bedrijfsfiets wordt aangewend voor zuivere privéverplaatsingen, zijn er wel RSZ-bijdragen verschuldigd, maar geen BV.

Zowel voor de gewone bedrijfsfiets, als voor de elektrische bedrijfsfiets geldt dit vrijgesteld voordeel enkel als het gaat om een stads- of hybride fiets. Indien het gaat om een koersfiets of mountainbike, komen zij niet in aanmerking voor deze vrijstelling en is er zowel BV als RSZ-bijdragen verschuldigd. Bij een elektrische bedrijfsfiets moet er bijkomend ook sprake zijn van een trapondersteuning, een ondersteuning van een motor is slechts toestaan tot een snelheid van max. 25 km/u, waarbij het geleverde vermogen max. 250 Watt bedraagt.

Voor de verplaatsingen met de fiets kan een vrijgestelde fietsvergoeding t.b.v. max. € 0,22 per km toegekend worden, ongeacht het gaat om een vrijgesteld voordeel of niet. Vaak wordt deze vergoeding op sectorniveau ook opgelegd.